Welkom op onze site > Reisverhalen > Togo

Togo

Begin december - begin december 2008

De grenspost Togo is chaotisch. Alle vrachtauto’s staan kriskras door elkaar en het is niet duidelijk waar we moeten zijn. We volgen het voorbeeld van de andere wagens en parkeren Pipeloi ook maar ergens midden op de weg. Blokkeren daarmee wel de hele boel en Marcel moet terugkomen om Pipeloi opzij te zetten.

De papierwinkel regelt Marcel samen met onze ‘intermediair’. Her en der een kleine donatie en na een uurtje gaat de slagboom voor ons open. De grens ligt even voor de hoofdstad Lomé. We rijden over de boulevard de stad binnen en als ik foto’s wil nemen van het strand en de mensen springt er gelijk iemand op de treeplank: “No photo’s, they will catch you!” Dat is duidelijk taal, alleen waarom blijft onbeantwoord.

 

Langs de zee rijden we naar Chez Alice aan de oostkant van de stad. De weg is druk, veel verkeer en opstoppingen. Allerlei zware industrie zoals Shell en betonfabrieken, veel smog. Overal tussendoor zien we kleine moestuinen waarop gewerkt wordt.

Alice is een oude Duitse dame die hier al tijden woont. We kunnen staan op een binnenplaats en ontmoeten hier ook Jochem, Britta en hun meisjes. We hebben tussendoor contact met elkaar gehouden en hebben plannen samen door Nigeria te reizen.

 

We gaan s ávonds met elkaar uit eten bij Reinhard, een Duitser die een thuisrestaurant heeft. Het gezelschap is heel bijzonder samengesteld en we eten wienerschnitzel mit pommes frites, drinken witbier en de maaltijd wordt afgesloten met, hoe kan het ook anders, Jagermeister. Een aparte avond. Terug rijden we mee in de achterbak van de stationwagen van Frans, een Nederlander.

 

Jochem en Britta staan onder tijdsdruk omdat over twee weken familie op het vliegveld van Doula in Kameroen aankomt. Hun plan is de kortste weg in Nigeria te nemen en dit is via Lagos en de deelstaat Delta. Het lijkt ons leuk om met elkaar te reizen maar wij willen niet via deze route. Lagos zien wij niet zitten en de weg door de Delta deelstaat vinden wij geen goed plan. Ze proberen ons nog wel over de streep te trekken want in drie á vier dagen ben je door dit gebied. De route die wij gaan nemen, door het midden van Nigeria, zal een stuk langer zijn. We willen in de hoofdstad Abudja nog een kans wagen bij de ambassade van Angola en via de noordelijke grensovergang Kameroen intrekken. We spreken af elkaar rond kerst of oud en nieuw te treffen in de strandplaats Kribbi, Kameroen. Via sms zullen we contact met elkaar houden.

We blijven nog een dagje bij Alice. De binnenplaats is ok. Water halen we uit de put. Het is even oefenen om het emmertje op de juiste manier naar beneden te gooien.

 

                      

 

Het land is tussen 1884 en 1918 een Duitse kolonie geweest onder de naam Togoland. In 1956 is een deel toegevoegd aan Ghana en zoals veel Afrikaanse landen werd het begin jaren zestig onafhankelijk (van Frankrijk). Het kleine landje (iets groter dan Nederland), dat ruim vijf miljoen mensen telt, heeft de nodige dictators voorbij zien komen. De huidige president is de zoon en ‘troonopvolger’ van de oude dictator Eyadema.

De hoofdstad ademt nog de sfeer uit van een land net na een burgeroorlog. Iedereen doet maar wat, men probeert te overleven en corruptie is alom vertegenwoordigd. Bij de ‘troonbestijging’ in 2005 waren er nog hevige onlusten met vele slachtoffers. De infrastructuur is verre van volmaakt maar de haven van Lomé bruist van activiteiten. We zien veel handel in 2e hands auto’s die vanuit Europa worden ingevoerd en naar Niger en Mali verder worden geëxporteerd. Togo staat ook bekend om zijn koffie- en cacaobonen en katoen. In het verleden werd de hoofdstad ook wel het Parijs van West-Afrika genoemd. Natuurlijk is dat lichtelijk overdreven maar je kunt wel zien het hier vroeger goed vertoeven is geweest met de prachtige, maar nu vervallen, koloniale huizen en brede boulevards.

 

Wij gaan de stad in op zoek naar een Oostenrijker luisterend naar de originele naam “Togo Tony”. Hij schijnt onder meer vrachtautobanden te verkopen.

Op de Boulevard Circulair blijkt dat we verkeerd rijden. Marcel wil bij een stoplicht keren maar het is er zo druk dat hij besluit door te rijden. We zijn al langs het stoplicht als die op rood springt. Aan de andere kant van het kruispunt staan twee politieagenten ons te instrueren dat we naar de kant moeten. Ze beginnen gelijk te blaffen waarom we de verkeersregels niet respecteren. Marcel moet uitstappen. De mannen zijn heel onaangenaam, even lijkt het erop dat hij meemoet. Ik schiet in de stress, sta ik hier met de truck en twee kinderen midden in de drukke stad.  Natuurlijk valt er wat te regelen, de agenten zetten hoog in 30.000 CFA.  Na wat onderhandelen, wordt het de helft. Voordat ik ze betaal, gris ik wel eerst de autopapieren uit de handen van de agent. De poet verdwijnt direct in de zakken en kijken schichtig om zich heen. Ze stoppen het verkeer zodat we de weg weer op kunnen. Even verderop kunnen we keren en op de terugweg staan de agenten vrolijk naar ons te zwaaien.

 

Even later vinden we ‘Togo Tony’ . Marcel vindt de banden maar ze zijn aardig geprijsd en er kan ook niet veel korting vanaf. De huidige zijn nog redelijk dus besluiten we te wachten tot Zuid-Afrika.

 

Terug naar “Chez Alice” waar we in de middag even wat gaan drinken. Fleur en Tom zijn aan het spelen als we ineens een kabaal horen en daarna gekrijs. We rennen er naar toe. Twee bibberende kindjes onder een kapotte houten giraffe van vier meter hoog, de kop van het beest ligt ergens in een hoek. Ze zijn enorm geschrokken en tussen het snikken door roepen ze dat ze niets gedaan hebben. Gelukkig alleen een paar blauwe plekken. Het gevaarte stond niet helemaal stabiel en zij waren er onder gekropen.

 

                      

 

De volgende ochtend vertrekken we vroeg. We willen richting het noorden en dan de grens over met Benin. Alice raadt dit af omdat de wegen en bruggen in slechte staat zijn of zelfs weggespoeld door de overvloedige regen van de afgelopen tijd. We nemen daarom de kustroute. De kustlijn is kort en meet maar iets meer dan 50 kilometer. Dezelfde dag komen we bij de grens met Benin aan.