Welkom op onze site > Reisverhalen > Congo Kinshasa

Congo Kinshasa

 

Eind januari - begin februari 2009

 

We varen de machtige Congo rivier over en slaan de bedrijvigheid op de boot met veel plezier gade en vragen ons maar niet af wat er gebeurt als de motor midden op de rivier ermee stopt en in sneltempo naar de twee kilometer stroomafwaarts gelegen indrukwekkende watervallen afdrijft. Aan de overkant rijden we bij Le Beach de steile helling omhoog en zijn in Kinshasa. Daar worden we verwelkomd door een drietal mannen in witte jassen. Ze zijn overdreven klantvriendelijk en dan zijn we juist op onze hoede. Het blijken de ‘witte doktertjes’ te zijn van het ministerie van volksgezondheid. Die komen straks maar aan de beurt. In de hoop snel hier klaar te kunnen zijn loop ik met alle paspoorten naar de politie en Jochem neemt beide carnets mee naar de douane.

 

Ik word eerst naar een man in een donkerblauw maatkostuum gebracht, de chef van de grensovergang. Hij wil weten wat we in DRC gaan doen. Het verhaal dat we een rondtoer willen maken in de provincie Bas Congo en vrienden bij Artsen zonder Grenzen gaan bezoeken is kennelijk overtuigend genoeg. De volgende stap is een interview bij de politie. De uitnodigingsbrief van An wordt geshowd en dan moet Jochem ook vertellen hoe zijn ouders heten enz.

Het instempelen van de paspoorten duurt nog wel even zodat we ondertussen met de witte doktertjes aan de praat raken. De auto’s moeten allebei worden ontsmet en dat kost voor onze auto US$ 100,- en voor de Ivecobus, US$ 60,-. Als we maar betalen kunnen we snel weg. Korting wordt niet gegeven want, zo wordt beweerd, ‘wij zijn niet corrupt’. Een grotere onzin hadden we aan een grens nog niet vernomen. Ondertussen heeft Marga telefonisch contact met An en we zijn nog steeds meer dan welkom om bij haar te overnachten.

 

Uiteraard betalen we niet en al helemaal niet dat soort bedragen. Na een uur heen en weer lopen komt de ‘echte’ dokter om te vertellen dat het echt een serieuze boel is en dat er gewoon betaald moet worden. Er worden diverse documenten getoond (kopie van kopie) met gewichtige handtekeningen. In zijn kamertje ergens achteraf begint het spel om de knikkers en er ontstaat onderhandelingsruimte omdat we aangeven geen bonnetje te hoeven.

Uiteindelijk zijn wij bereid de helft te betalen (wat ze te weinig vinden) en terwijl ik toch het geld haal loop ik de politieman, met de inmiddels gestempelde paspoorten, tegen het lijf. Hij is nu erg vriendelijk, zegt terloops dat hij onze vriendin bij AzG voor controle heeft gebeld en dat we helemaal niet hoeven te betalen voor de ontsmetting. Dat is heel mooi en als dank voor dit fijne advies geven we hem US$ 10,-. Maar als we dat gaan melden krijgen de politieagent en de dokter het met elkaar aan de stok. Betalen moeten we alsnog, jammer van het tientje.

 

Ik leg voor beide auto’s 4 briefjes van US$ 20,- netjes naast elkaar op de tafel, makkelijk om met ze vieren te delen. Kunnen ze geen ruzie krijgen ook. Ze grissen het van tafel en de auto’s worden ontsmet. Het is een grote grap. Als de mannen nog minder ontsmettingsmiddel onder de wagen spuiten dan een gemiddelde man ´s-ochtens aftershave op zijn gezicht, dan schiet Marga ook uit haar slof. Tegen 16.30 uur kunnen we het hek door en rijden de enorme stad in waarvan de naam alleen al tot veler verbeelding spreekt. Naar schatting wonen in de stad acht miljoen mensen, terwijl in het gehele land dat we net verlaten hebben de teller op vier miljoen blijft steken.

 

        

 

We besluiten toch niet in de stad te overnachten omdat het al laat wordt en graag zo snel mogelijk de stad uitwillen. Daarbij is het overmorgen vrijdag en kunnen we in Matadi zijn om het visum voor Angola aan te vragen, anders moeten we sowieso een weekend overblijven in Matadi.

 

We rijden op kaart over wegen met veel gaten de stad door. We worden in de avondspits aangehouden door een agent en moeten een bekeuring betalen omdat onze auto een buitenlandse kentekenplaat heeft. Nadat we hem vertellen dat we net het land in zijn gekomen en dat het geen probleem is vraagt hij of hij toch geen 500 francs kan krijgen voor het avondeten. Ook nu weer nee merci en we kunnen gaan.

 

Hoewel corruptie ook in DRC geen noviteit was heeft de uitspraak van Mobuto ten tijde van de verkiezingen in 1990 dit fenomeen wel een vorm van legalisering gegeven. Omdat de regering met grote regelmaat de salarissen van de ambtenaren en politie niet meer kon betalen, kwam hij met de oplossing om de huishoudbeurs aan te vullen door ‘to steal a little’. En dat was niet aan dovenmansoren gericht.

 

We rijden naar het Lola Ya Bonobo opvangreservaat, net even buiten de stad op de weg naar de havenstad Matadi.

In het donker komen wij via een modderweggetje aan en vinden een mooie plek aan een riviertje om te overnachten. Instant noodles, douchen en slapen. Een enerverende dag komt tot einde.

 

    

 

Onder bezielende leiding van een Belgische dame, Claudine, is het opvangcentrum professioneel aangelegd. We maken een wandeling rond de natuurlijke speelgronden die met hekken gescheiden zijn. De grappige aapjes spelen graag en bedrijven bovenal veel seks. Het maakt niet uit met wie als het maar gebeurd en het liefst zo snel mogelijk. De onderlinge ruzies schijnen te worden bijgelegd met een stevig potje wippen.

In veel opzichten lijken ze op ons mensen. En dat is niet zo gek want de Bonobo's zijn ook een van de vier mensapensoorten die de wereld kent. Twee andere mensapensoorten, de gorilla en chimpansee komen ook in Congo voor maar alleen de Bonobo's komen in de natuur alleen voor in de jungle van DRC.

Bij het vertrek ontmoeten wij Claudine, maken een praatje en gaan richting Matadi. Voordat we de hoofdweg oprijden doen Marga en Fleur nog boodschappen op de markt en worden aangereden door een kar. Met de schik komen ze vrij en hebben gelukkig niets.

 

In het noorden van Angola komt de Tsee Tseevlieg veelvuldig voor. Deze vlieg brengt de zogenaamde slaapziekte voort tot de dood erop volgt als er geen tijdige medische voorzieningen worden getroffen. Nu komen in Afrika wel meer typische insecten voor maar deze is voor ons wel een punt van aandacht. Het schijnt dat deze vlieg aangetrokken wordt door een blauwe kleur en langzaam bewegende objecten. Dus reken maar uit.

We overwegen de cabine met modder in te smeren, maar we wachten eerst maar eens af. De vlieg is moeilijk te meppen omdat het met een snelheid van ca. 200 kilometer/uur voortbeweegt (en is daarmee de snelste vlieg ter wereld) en kan ook daarbij ook nog razend snel steken. Het is gelukkig niet zo dat alle vliegen van dit type de ziekte overbrengen.

 

We betalen tol voor de enige goede geasfalteerde weg in het grote land en rijden door een heuvelachtig groen landschap. Als we stoppen bij een roadblock en het toverwoord ‘tourist’ roepen, worden direct door de politie doorgelaten en toegewuifd.

 

Regelmatig rijden we door groene tunnels van overhangend bamboe. We zijn gewend om langs takken van diverse soorten bomen te karren en die zwiepen dan gewoonlijk over en langs de auto, maar bamboe is toch wel van steviger kwaliteit zodat de eerste zijspiegel tijdens de reis in stukken wordt geslagen. 

Van de oorlogshandelingen in het oosten van het land merken wij niets, behalve dan dat we veel legervrachtwagens van Chinese makelij tegenkomen die wapens en munitie van waarschijnlijk ook Chinese makelij, vervoeren. Op de vracht zit af en toe een soldaat met een machinegeweer.

 

   

 

In het donker komen wij aan in Matadi. Een drukke – en enige – zeehavenstad. Tot hier komen de grote zeeschepen de Congo opgevaren en dan beginnen stroomopwaarts de watervallen en stroomversnellingen.

Na even zoeken vinden we de katholieke missiepost gerund door zusters en treffen daar ook de motorrijders weer aan. Zij hebben gisteren de aanvraag voor het felbegeerde transitvisum van het Angolese consulaat ingediend.

 

De volgende morgen zitten we met twee families vroeg voor de deur van het consulaat. De mensen zijn vriendelijk en de kinderen geven de juiste sfeer. Visa worden verstrekt en kunnen zelfs, vanwege de kinderen, vandaag nog worden afgegeven. Op dit nieuws hebben wij al vanaf Senegal gehoopt. We hebben gegokt en het is goed uitgepakt.

 

We nemen plaats in de tuin en wachten. Dan gaan eerst de Duitse familie naar binnen en dan wij voor een interview (met vragen als wat zijn de namen van de broers en zusters van je moeder en wat kost het NL-paspoort!?), een verzoekschrift in het Engels, invullen van de bekende formulieren, foto’s en natuurlijk betalen. US$ 30,-- per persoon maar ook voor de kinderen en dat is uitzonderlijk. Uiteraard vinden we alles best als we het transitvisum maar krijgen. Even later komen de motorrijders en George en Martin aangereden. We wachten met zijn allen in de tuin en aan het einde van de middag krijgen we onze paspoorten terug met een mooie sticker erin. Het vijfdagen transitvisum.

 

   

 

Wij weten dat het vanwege de slechte wegen en de afstand van ruim 2000 kilometer dat wij het helemaal niet in vijf dagen gaan redden. Maar dat zien we dan wel weer. Er gaan verhalen te ronde dat voor elke dag overschrijding tussen de US$ 20,- en US$ 1.000,- per paspoort betaald moet worden. Maar dit is Afrika. In de westerse wereld zijn dingen mogelijk die in Afrika onmogelijk zijn, maar het tegenovergestelde is ook waar.

 

Terug bij de campers vervangen we de spiegel (vijf reserve meegenomen) en vieren we ons toegangsbewijs. George en Martin rijden de eerste dag in Angola met ons mee. De motorrijders gaan veel sneller en gaan ons voor. We tanken diesel en betalen in US dollars, maar die moeten wel aan diverse eisen voldoen zoals geen vouwen en scheurtjes en vanaf een bepaald uitgiftejaar. De economie ligt in puin en de lokale munt wordt alleen gebruikt voor kleine aankopen.

 

Om 09.00 uur komen we aan bij de grensovergang. Eerst uitchecken en dat neemt wel twee uur in beslag. Nu wordt ook de inhoud van de vaccinatieboekjes overgeschreven in dikke boeken, een overblijfsel uit de tijd van de Belgen. Een politieagent vertelt dat het vreselijk is wat er met zijn land gebeurt, zoals de constante gevechten, corruptie en plundering van de grondstoffen. Terwijl het zo een prachtig land is met veel wildlife en vriendelijke mensen.

 

De Congolees is veerkrachtig en vol met humor. Zo lachen we om een actie van de voormalige president Mobuto. In begin jaren zeventig laat hij de namen van het land, de beroemde rivier, de nationale valuta en nog veel meer veranderen in Zaïre. De nieuwe benaming moest een afrekening van de koloniale periode zijn maar niet veel later blijkt hij zich vergist te hebben want Zaïre is niet de oude naam van het land of regio. Het woord Zaïre is door een Portugese ontdekkingsreiziger fonetisch verkeerd geïnterpreteerd. Het ging om het woord nzadi en betekent in een van de vele lokale talen gewoon grote rivier. Pas na zijn verdrijving in 1997 zijn is de oude naam Congo weer in ere hersteld.

 

Op dit moment is Joseph Kabila president van het land, de zoon van de in 2001 vermoorde president Laurent Kabila. Vader heeft samen met legereenheden uit Rwanda en Oeganda de beruchte Joseph Mobuto van de troon gestoten. Feitelijk is het zo dat dit mogelijk werd door de inzet van een Tutsi-generaal en zijn troepen. De buitenlandse partners in deze tijdelijke alliantie deden dit uiteraard uit eigenbelang en dat was het pikken van de rijke bodemschatten van het land. Bijna alle buurtjes doen er aan mee zoals ook president Mugaba van Zimbabwe. Alleen de Rwandese president Paul Kagane had nog een extra motief en dat was wraak.

 

Algemeen bekend is de geschiedenis dat de Hutu's massaal de Tutsi's hebben vermoord. In drie maanden 800 duizend mensen. Nauwelijks is bij het grote publiek bekend dat de Hutu's - die gevlucht waren voor de wraakacties van de hergegroepeerde Tutsi's - neerstreken net over de grens in Congo en door misverstanden bij de NGO's werden vertroeteld alsof zij de slachtoffers waren. Een ontluisterd boek over de (gevolgen van de) handelswijze van de NGO's is van de Nederlandse journalist Linda Polman (De Crisiskaravaan). Als je dat boek gelezen hebt stopt je nimmer zomaar wat geld in een collectebus.

 

Nog minder bij het grote publiek is bekend dat in opdracht van Kagane naar schatting zo'n 400 duizend gevluchte Hutu's zijn vermoord door zijn troepen in Congo. Of dit in alle omvang ook niet bij de Nederlandse politiek bekend is blijft gissen want Rwanda is op dit moment ook voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog steeds een 'love donorbaby'. De geschiedenis van Congo is menselijk gezien weerzinwekkend.

 

            

 

Bij de grens van Angola verloopt alles heel soepeltjes, binnen een half uur zijn we allemaal klaar en na wat dollars bij Big Mama te hebben gewisseld voor kwanza rijden we het land in. Ver beneden ons zien we enkele zeeschepen de Congo opvaren, de slechte wegen laten niet lang op zich wachten.